
Boekverlies op kunst voor BV niet aftrekbaar
Een BV heeft een kunstcollectie en verkoopt deze aan een nieuw opgerichte 100% dochtervennootschap tegen een getaxeerde waarde die onder de boekwaarde ligt. Zo ontstaat een boekverlies van ruim € 900.000. Volgens de Belastingdienst is dit boekverlies niet aftrekbaar. Hoe oordeelt de rechter?
Standpunt Belastingdienst
De uitgaven voor de collectie hebben geen zakelijk karakter, omdat ze zijn ingegeven ter bevrediging van de persoonlijke behoeften van de directeur-grootaandeelhouder (DGA).
Standpunt BV
De BV investeert overtollig vermogen in kunst als beleggingsobject. Ook de verkoop aan de dochtervennootschap berust op zakelijke gronden.
Overwegingen rechter
De rechter stelt het volgende voorop. Door een BV gedane uitgaven hebben alleen dan geen zakelijk karakter, en kunnen dus niet ten laste van de winst worden gebracht, als en voor zover zij zijn gedaan ter bevrediging van de persoonlijke behoeften van de aandeelhouder.
Als uitgangspunt geldt dat uitgaven die door een BV zijn gedaan een zakelijk karakter hebben. Alleen uitgaven die zijn gedaan ter bevrediging van de persoonlijke behoeften van de aandeelhouder zijn onzakelijk met als gevolg dat ze niet ten laste van de winst kunnen worden gebracht.
De DGA heeft de collectie als bestuurder van de BV aangeschaft. De collectie bevat met name kunst uit de Cobraperiode, waarvoor hij een persoonlijke voorkeur heeft. De kunst heeft binnen de onderneming geen enkele, en dus ook geen decoratieve, functie. Voor zover de kunst niet in opslag is, is deze aanwezig in het kantoorgedeelte van het woonhuis van de DGA.
Na 2009 is vrijwel geen nieuwe kunst aangeschaft. Tot de verkoop aan de dochtervennootschap heeft de BV geen activiteit verricht ter zake van de collectie. De BV heeft ook geen administratie, waaronder een overzicht van de waardeontwikkeling, met betrekking tot de collectie bijgehouden.
Aan de dochtervennootschap is uitsluitend dat deel van de collectie overgedragen waarvan de getaxeerde waarde lager was dan de boekwaarde, met als kennelijke doel een boekverlies te realiseren.
Conclusie rechter
De kunst is inderdaad aangekocht ter bevrediging van de persoonlijke behoeften van de DGA. Het gevolg hiervan is dat het boekverlies op de overgedragen kunst niet in aftrek op de winst kan worden gebracht.
Let op: Voor een BV is er een lastig grensgebied tussen beleggen in kunst en kunst kopen voor de woning van de DGA. Mogelijk zou de uitspraak anders zijn geweest als de BV jaarlijks een administratie had bijgewerkt met de waardeontwikkeling van de belegging in de kunstcollectie of nog af en toe een werk had gekocht of verkocht.