Skip to main content
A-VIERTJE ACTUEEL

Met contant geld naar Spanje

Een particulier op weg naar Spanje blijkt bij de securitycheck van Eindhoven Airport een bedrag van € 8.870 bij zich te hebben, in zijn schoudertas € 3.870 en in zijn koffer € 5.000. Het geld wordt in beslag genomen en hij wordt prompt meegenomen op verdenking van witwassen. Hij krijgt veertien dagen de tijd om de legale herkomst van het geldbedrag te verklaren. Terecht?

Volgens de particulier is een criminele herkomst van de gelden niet de enige aanvaardbare verklaring. Van witwassen is volgens hem geen sprake, het is gewoon zijn geld dat hij meeneemt naar Spanje.  

Overwegingen rechter
De omstandigheid dat er een relatief grote hoeveelheid contant geld bij de verdachte werd aangetroffen verdeeld over twee plaatsen in zijn bagage, duidt erop dat het geld uit enig misdrijf afkomstig is. Daarbij neemt de rechter in aanmerking dat naar algemene ervaringsregels het fysiek vervoeren van grote bedragen in contanten een aanzienlijk veiligheidsrisico met zich brengt en daarom voor privépersonen hoogst ongebruikelijk is. Temeer daar de verdachte over een bankrekening beschikte waarop hij het geld veilig had kunnen neerzetten en daarover desalniettemin even gemakkelijk als wanneer het geld contant zou zijn, zou kunnen beschikken in Nederland en binnen de Europese Unie.

Op grond van het voorgaande acht de rechter het vermoeden gerechtvaardigd dat het geld uit enig misdrijf afkomstig is. Dit betekent dat van de verdachte mag worden verlangd dat hij een concrete, verifieerbare en niet op voorhand hoogst onwaarschijnlijke verklaring geeft dat het voorwerp niet van misdrijf afkomstig is. Dat is iets anders dan bewijzen dat het geld niet van een misdrijf afkomstig is.

In dit geval komt de particulier met verschillende, deels tegenstrijdige, verklaringen die de rechter ongeloofwaardig acht. De verklaring die de verdachte in tweede instantie geeft omtrent de herkomst van het geld is weliswaar concreet, maar is niet verifieerbaar en verder hoogst onwaarschijnlijk.

Europese verordening
Artikel 3 lid 1 Verordening (EU) 2018/1672 luidt: “Vervoerders die de Unie binnenkomen of verlaten, en liquide middelen ter waarde van 10 000 EUR of meer bij zich dragen, moeten die liquide middelen aangeven bij de bevoegde autoriteiten van de lidstaat via welke zij de Unie binnenkomen of verlaten, en hen deze voor controle ter beschikking stellen. Er wordt geacht niet aan de verplichting tot aangifte van liquide middelen te zijn voldaan indien de verstrekte informatie onjuist of onvolledig is of indien de liquide middelen niet voor controle ter beschikking worden gesteld.”

Dit artikel is niet van toepassing omdat de particulier niet de Europese Unie zou gaan verlaten.
Maar de enkele omstandigheid dat het bij een verdachte aangetroffen bedrag lager is dan € 10.000, staat er niet aan in de weg dat, mede op grond van andere feiten en omstandigheden dan de omvang van het aangetroffen geldbedrag, het vermoeden ontstaat dat het geldbedrag uit enig misdrijf afkomstig moet zijn.

Oordeel rechter
Er is geen andere conclusie mogelijk dan dat het aangetroffen geldbedrag onmiddellijk of middellijk uit enig misdrijf afkomstig is. De rechter acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het hem tenlastegelegde - witwassen - heeft begaan.

Let op: Met een relatief grote som contant geld de grens over gaan, kan u tot verdachte maken, ook als het gaat om minder dan € 10.000. Het is dan aan u om een concrete, verifieerbare en niet op voorhand hoogst onwaarschijnlijke verklaring van de herkomst te geven.